Hoe ga je om met grenzen?
Vrijwilligers komen veel met andere mensen in contact: collega-vrijwilligers, leidinggevenden, de mensen die ze verder helpen, klanten en cliënten, enzovoort. Telkens wordt appel op hen gedaan, en doen zij appel op anderen. Wie met vrijwilligers werkt, moet er attent voor zijn hoe die contacten verlopen. Hoe informeel en formeel gaan mensen met elkaar om? Respecteren ze hun eigen en andermans grenzen? Zijn er soms wrijvingen, machtsrelaties of ongewenste gedragingen?
In de omgang met andere mensen gelden regels. Voelt iets aangenaam aan, of eerder storend? Voel je je comfortabel, of heb je de neiging afstand te nemen? Reageer je terughoudend of eerder geïrriteerd wanneer iemand over je grens gaat? Je gevoel hangt vaak af van wie die persoon is, welk gedrag hij stelt, de context waarin het gebeurt, de vertrouwelijkheid die er al dan niet is.
Er spelen veel factoren. Grenzen geven aan wat iemand belangrijk vindt en waar anderen rekening mee moeten houden. Ze moeten gerespecteerd worden. Als een grens overschreden wordt, voel je dat er ‘iets’ niet klopt. Het zou erg handig zijn als anderen dat altijd zouden aanvoelen. Maar soms vergt het toch wat tijd om erachter te komen wat er precies niet klopt. Daarover met iemand praten, is vaak een hulp.
Voorkomen is beter dan genezen
Dat mensen over elkaars grenzen gaan, is een dagelijkse realiteit. Als organisatie moet je goed nadenken over mogelijke situaties die zich kunnen voordoen en helder formuleren waar welke grenzen liggen. Het is immers niet altijd voor iedereen even duidelijk wat kan en wat niet kan. Zeker wanneer vrijwilligers in een machtspositie staan tegenover de mensen die ze helpen, is dat zeer delicaat. Ouderen, kinderen, mensen met een beperking, vluchtelingen, enzovoort zijn vaak afhankelijk van hun vrijwilliger. Dan is het moeilijk om altijd de juiste grenzen te bewaken. Enkele voorbeelden illustreren dit.
- Wat doe je als iemand te familiair wordt? Of als iemand agressief wordt?
- Mag een vrijwilliger geld lenen aan iemand die hij helpt?
- Hoe vermijd je dat iemand altijd alle aandacht opeist in een groep?
- Mag de huiswerkbegeleider vriend worden op Facebook met een kind?
- Wat doe je als een dementerende de code van haar bankkaart geeft om geld af te halen?
- Mag een vrijwilliger zijn auto uitlenen? - Wat doe je als een vrijwilliger zich verplicht voelt om steeds meer te doen?
- Is iemand die zich één uur per week inzet minder geëngageerd dan iemand die dat tien uur doet?
Heldere omgangsregels zijn een prettig houvast
Wat kan wel en wat niet? Daarover kan je van mening verschillen en elk verhaal is anders. Over sommige gedragingen kan je regels afspreken. Bijvoorbeeld dat je nooit alleen met een kind mag zijn (vier ogenbeleid) of dat vrijwilligers geen buitensporig contact mogen opnemen met de persoon die ze helpen. Soms moet je het per situatie en per persoon bekijken. Dat kan enkel als er onderling vertrouwen is over de toepassing van de afspraken. Als je streng bent voor de ene vrijwilliger en soepel voor de andere, wordt het moeilijk om regels te handhaven. Het is belangrijk dat je daar als organisatie samen met de vrijwilligers over nadenkt en op dezelfde lijn geraakt. Dan kan je elkaar er ook op aanspreken.
Praat over wat gewenst gedrag is en wat niet
Vrijwilligers hebben soms een heel persoonlijke band met iemand. Ze komen bij mensen thuis, bieden hulp in het dagelijks leven, zijn op de hoogte van famiale, medische of financiële problemen, enzovoort. Dat zijn vaak heel vertrouwelijke zaken. Een vrijwilliger moet leren om daar discreet mee om te gaan, maar hij moet ook bij iemand terecht kunnen met zijn verhalen en emoties. Als organisatie moet je tegelijkertijd grenzen stellen en een luisterend oor bieden. Praten over omgangsregels komt daaraan tegemoet. Zo wordt voor iedereen duidelijk wat gewenst of niet-gewenst gedrag is. Het is belangrijk dat grenzen en omgangsregels een gewoon gespreksonderwerp is dat ter sprake komt tijdens de kennismaking, groepsmomenten, intervisies, individuele coaching-gesprekken, enzovoort. Laat ruimte om als verantwoordelijke niet meteen te weten ‘hoe het moet’, om samen op weg te gaan en al doende te leren.
Grenzen stellen is positief
Een belangrijke grens die altijd duidelijk moet zijn, is hoever het engagement van een vrijwilliger reikt. Wat zijn iemand zijn taken en verantwoordelijkheden en waar stopt het? Wat als dat na een tijd verandert? Vrijwilligers rollen vaak van het ene in het andere. Een gesprek over wat iemand wil of niet wil en wat zijn grenzen zijn, moet regelmatig opnieuw gevoerd worden. Als er zich iets voordoet, vraag je vrijwilligers dan hoe zij zelf zouden reageren. Het antwoord is niet altijd eenduidig en zo toon je bereidheid om van hen te leren. Dat maakt ‘je grenzen stellen’ gemakkelijker bespreekbaar. Hoed je er als organisatie voor om mensen te overvragen, of om altijd op dezelfde mensen een beroep te doen. Vermijd dat mensen die neen denken zich verplicht voelen om ja te antwoorden. Bied je vrijwilligers altijd voldoende ruimte om aan te geven ‘nu niet’. Geef zelf het goede voorbeeld.
Het is een leerproces
Het geheime ingrediënt van een vlotte vrijwilligerswerking is een goede verstandhouding, waar mensen aangenaam bij elkaar terecht kunnen. De keerzijde is dat mensen niet graag hun grenzen aangeven. Ze voelen zich snel schuldig, willen anderen niet kwetsen of teleurstellen, willen de organisatie niet in de steek laten. Terwijl neen zeggen tegen wat je niet echt wilt, gelijk staat aan ja zeggen tegen wat je echt wilt. Dat moeten mensen vaak leren. Als organisatie is het een aandachtspunt om vrijwilligers te steunen wanneer ze hun grenzen aangeven. Je kan hen ook helpen om dat goed te verwoorden: niet te bot, een beetje diplomatisch, vriendelijk maar vastberaden.
Vorming grenzen stellen
We gaan dieper in op de relatie, regels en grenzen tussen de vrijwilligerscoördinator, de vrijwilligers en de deelnemers. We leren je de methodiek ' Stretch Comfort Cirkel' aan waarmee je zelf aan de slag kan gaan bij jouw vrijwilligers. Je leert grenzen benoemen en beter kennen zodat je sterker in je schoenen staat. Het stellen van grenzen en het respecteren van andermans grenzen wordt bespreekbaar gemaakt.
Deze vorming kan op maat van je organisatie: